Als reactie op het artikel ‘Uitlooggedrag
dakbedekking onderzocht’ in nummer 3 van het vakblad BouwTotaal.
Heeft de VESP een inhoudelijke reactie kunnen geven, te meer omdat de conclusie uit dat artikel te weinig correcte duiding geeft.
“Laat ik voorop stellen dat ik de opzet van het onderzoek wel begrijp, maar in het artikel worden de uitkomsten volledig uit hun verband gerukt. Jammer dat bij een
onderzoek naar het uitlooggedrag van dakbedekkingen
door ProBitumen zo nadrukkelijk zogenoemde beperkingen van EPDM worden genoemd.
Waarom trekken we niet meer gezamenlijk op om het platte dak te promoten, in plaats van als maar te proberen om andere dakbedekking in een kwaad daglicht te plaatsen”, vraagt VESP-voorzitter Geert-Jan Vogels zich af. Als directeur van CPE Nederland en Mawipex en bestuurder van de Tectum Group heeft hij kennis van alle soorten dakbedekkingen, waaronder 25 jaar ervaring binnen de EPDM markt. “Dit
onderzoek is ook bekend bij VESP.
Onze leden hebben er aan meegewerkt door materialen te leveren. Maar wij vinden het wel belangrijk dat er een stukje duiding is, op basis van correcte aannames.”
UITLOOG ONDERZOCHT
In totaal zijn zestien verschillende dakbedekkings-materialen betrokken in de studie van de Universiteit Gent. Het gaat om de synthetische producten PVC, EVA, TPO en drie soorten EPDM, twee vloeibare PU-producten en acht bitumineuze dakbedekkingen met verschillende polymeren (SBS en APP) en afwerkingen (zand, gekleurd granulaat en leislag). De proeven vonden plaats in een
laboratorium en alleen de bovenzijde werd blootgesteld aan een percolaat vloeistof, zodat de toepassing in de praktijk zo goed mogelijk kon worden nagebootst.